De bekendste bezienswaardigheden van Wenen
De tijd van het machtige rijk Oostenrijk-Hongarije en de Habsburgse heersers is allang voorbij, maar Wenen ademt nog de sfeer van die tijd. Met de val van het communisme in Oost-Europa speelt de Oostenrijkse hoofdstad nu ook weer een rol van betekenis als de Poort naar het Oosten.
Het is een zeer plezierige stad om enkele dagen in door te brengen: prachtige paleizen en andere gebouwen in barokstijl, fraai aangelegde tuinen, de klassieke muziek die met Wenen verstrengeld is en niet te vergeten de Sachertorte met slagroom in een van de vele koffiehuizen.
Het aantal bezienswaardigheden in Wenen is groot.
Tijdens een stedentrip naar Wenen kom je tijd te kort om alle bezienswaardigheden, zoals de beroemde koninklijke paleizen, de oudste dierentuin ter wereld, de vele theaters en een aantal schitterende kerken te bekijken.
Wij hebben de bezienswaardigheden voor je op een rijtje gezet:
- Belvedèrepaleizen
- Paleis Hofburg
- Schloss Schönbrunn - zomerpaleis van de Habsburgers
- Donauturm
- Donner Fontein
- Hundertwasserhaus
- Kapuzinerkirche en Kaisergruft
- Prater markt
- Ringstrasse
- Spaanse Rijschool
- Tiergarten Schönbrunn
- Staatsbibliotheek
- Stephansdom
Belvedèrepaleizen
Of het nu om het romantische park te doen is of om het prachtige paleis, Belvedère (letterlijk: mooi uitzicht) is zeker een bezoekje waard. Twee prachtige paleizen waarin nu een aantal musea gevestigd is, waaronder de Oostenrijkse Galerie met kunstwerken uit de 19de en 20ste eeuw. Even bijkomen kan in het park met idyllische watervallen, vijvers en andere romantische plekjes.
Het paleizencomplex bestaat uit drie delen. In 1714 werd als eerste "Untere Belvedère" gebouwd, in 1717 werden de tuinen aangelegd. In 1721 werd op de heuveltop het "Obere Belvedère" gebouwd, de naam was nog niet slecht gekozen want je hebt een "prachtig zicht" vanaf deze heuvel. Het uitzicht van "Untere Belvedère" contrasteert met de schoonheid van het "Obere Belvedère" , dat een pareltje is van de barokke architectuur.
Het Untere Belvedère fungeerde als het zomerverblijf van Eugenius van Savoye. Het werd ontworpen en gebouwd tussen 1714 en 1716. Ondanks zijn relatief bescheiden formaat kan het zich qua architectuur meten met het Obere Belvedere, dat in 1721-1722 volgde. Dit gedeelte was bestemd als onderkomen voor Eugenius' bibliotheek en zijn kunstcollectie. Daarnaast was het ook bestemd voor vorstelijke ontvangsten en hofceremonies.
Beide Belvedère paleizen zijn musea. In het Obere Belvedère huist de Oostenrijkse galerie van de 19e en 20e eeuw. Je ziet er de grootste collectie doeken van de schilder Gustav Klimt met als topstukken 'Der Kuss' en 'Judith I'. Klimt schilderde Jugendstil-schilderijen. Zijn werk is lang miskend, maar krijgt de laatste jaren steeds meer waardering. Daarnaast hangen er schilderijen van Egon Schiele en Oskar Kokoschka, die nog een stapje verder gingen dan Klimt. Hun werk was destijds zeer omstreden, maar nu gelden ze als de vaders van de Oostenrijkse moderne kunst. Verder zijn er schilderijen te zien van Franse impressionisten en Oostenrijkse werken uit de zogeheten Biedermeierperiode. Vanuit de Marmerzaal heeft u een prachtig uitzicht over de Belvedèretuinen en over de stad.
Tussen de paleizen ligt een fraaie symmetrisch aangelegde tuin met gestileerde bomen en struiken, vele sculpturen in barokstijl, vijvers, watervallen en romantische hoekjes.
Paleis Hofburg
Hofburg is het voormalige keizerlijke paleis van Wenen. Het is een verzameling van gebouwen waar vroeger de Habsburgers verbleven. Hier kan je onder meer de kroonjuwelen bewonderen, een bezoek brengen aan de beroemde Spaanse rijschool met de prachtige witte Lipizaner paarden of een kijkje nemen in de Burgkapelle waar de De Wiener Sängerknaben repeteren. Tijdens de hoogmis op zondag treden ze hier op, althans, als ze niet op tournee zijn.
Het kasteel is van oorsprong middeleeuws, maar werd in de loop der eeuwen uitgebreid door de rijke keizerlijke familie Habsburg. De Habsburgers woonden uiteindelijk zes eeuwen lang in Hofburg, van 1279 tot 1918. Hofburg was de winterresidentie van de familie, Schönbrunn het zomerverblijf. Het paleis biedt nog steeds een mengelmoes aan stijlen. Het meest recente en indrukwekkendste gedeelte is de Neue Burg (het nieuwe paleis) aan de Heldenplatz. In de Neue Burg is een collectie muziekinstrumenten en wapens te zien.
Het oudste deel van de Hofburg is de Schweizerhof uit 1275. Oorspronkelijk was dit een kleine vesting met vier torens. Door opeenvolgende heersers werd de Hofburg echter steeds verder uitgebreid, tot een immens paleis met een reusachtige tuin (de Burggarten), pleinen, standbeelden en binnenplaatsen.
Het complex van Hofburg is zó groot dat het bijna een complete stad te noemen valt. In een deel van het paleis werkt en woont de huidige president van Oostenrijk; dit deel is daarom niet te bezoeken. Wat wél te bezichtigen valt in Hofburg is de Schatkamer, met een prachtige verzameling kroonjuwelen. Het Hofburg-paleis huisvest ook de Spaanse Rijschool, de Staatsbibliotheek en een aantal musea, waaronder het Albertina, het Sissi-museum en het Natuurhistorisch Museum en het Kunsthistorisch Museum. Een schitterende verzameling kroonjuwelen: kronen, sabels en scepters vind je in de Schatkamer. Topstukken zijn de Keizerlijke Kroon van het Heilige Roomse Rijk en de Oostenrijkse Keizerskroon.
Ook de vertrekken van keizer Franz Joseph en Sissi zijn te bezichtigen. Een aanrader is een bezoek aan deze Keizerlijke Appartementen, waar je een goed idee krijgt van hoe de Habsburgse keizers leefden. Hoewel bepaald niet eenvoudig ingericht, ontbreken hier al te uitbundige pracht en praal. Keizer Frans Jozef was de laatste die hier verbleef. Het Sissi-museum is opgedragen aan de beroemde keizerin Elisabeth (Sissi). Zij trouwde op zeer jonge leeftijd met keizer Frans Jozef. Haar verhaal werd verfilmd in een trilogie uit de jaren '50 met Romy Schneider in de hoofdrol.
Onderdeel van de Hofburg is ook de Augustinerkirche, de voormalige parochiekerk van de Habsburgers. In de Loreto-kapel van deze kerk worden de harten van 54 Habsburgse vorsten bewaard in zilveren urnen.
Schloss Schönbrunn - zomerpaleis van de Habsburgers
Het zomerpaleis van de Habsburgers stond vroeger midden in het landschap, nu staat het midden in Wenen, ten westen van het oude centrum in de wijk Hietzing. Schloss Schönbrunn is een van de belangrijkste culturele erfgoederen van het land. Het is een van de drukstbezochte bezienswaardigheden in de hoofdstad.
In de 17e eeuw hadden de Oostenrijkers het geniale idee een paleis te bouwen dat groter moest worden dan het Parijse Paleis van Versailles. Helaas is dit nooit gelukt. Hoewel het kleiner is dan de Franse tegenhanger blijft het groot en indrukwekkend. Het paleis is nog steeds in excellente staat te bezoeken; tijdens de Tweede Wereldoorlog liep het amper schade op. Van de maar liefst 1441 kamers zijn er zo'n 40 te bezoeken.
De meeste originele interieurs zijn bewaard gebleven en het is derhalve de moeite waard om het paleis te bezoeken. Tip: neem een audio tour, echt een aanrader. Verder is er elk jaar een maand voor kerst een erg leuke kerstmarkt.
Het park aan de achterkant van het paleis heeft een oppervlakte van ruim een vierkante kilometer en is wellicht de grootste attractie van het paleis. Dat park werd overigens al aan het einde van de 18e eeuw opengesteld voor het grote publiek. De tuinen, bloemperken, waterpartijen en fonteinen zijn aangelegd in Franse stijl rond een grote fontein (Neptunusfontein). Er staan ook enkele interessante gebouwen. De Glorietta, een open zuilengalerij op een heuvel, sluit het park af. Dat bouwwerk is van de hand van architect Hetzendorf, die ook de zogeheten Roomse Ruïne bouwde. Naast die ruïne staat een obelisk met een fontein. Verder vind je in het park het Palmenhuis, een enorme tropische kas. Hier staan bijzondere planten en bloemen uit alle werelddelen. Het werd gebouwd in opdracht van keizer Frans Jozef I, die zeer geïnteresseerd was in exotische planten. Zo liet hij later nog het Woestijnhuis bouwen met cactussen uit Australië en Zuid-Afrika. Eerder al was onder keizer Frans 1 begonnen met de aanleg van een dierentuin rond een paviljoen waar hij en zijn vrouw ontbeten. Dat paviljoen is nu een restaurant. Voor de dierentuin moet je apart toegang betalen.
Een andere attractie van het park is het labyrint. In 2004 werd ontdekt dat in bepaalde delen van het park positieve aardstralen zijn. Er is een kaartje beschikbaar waarop deze staan aangegeven.
Donauturm
De hoogste toren van Wenen is de Donauturm, die in het Donaupark staat. De toren is vanuit elk punt van de stad te zien. Je kan met de lift naar de top van de toren. Daar heb je een prachtig uitzicht over de stad. Er bevinden zich in de toren twee (dure) restaurants. Met het panorama-uitzicht wat je daar voor ogen krijgt, vooral met zonsondergang, kun je zeker thuis komen. Wat het nog specialer maakt is dat het restaurant draait! Voor de echte waaghalzen is er ook nog een uitdaging te vinden. Je kunt namelijk bungeejumpen van drie verschillende hoogtes: 150m, 160m en 170m.
Donner Fontein
De Donnerbrunnen, een monumentale fontein van Georg Raphael Donner, gebouwd in 1739, vormen het middelpunt van de Neuen Markt. Het marmeren bassin is het belangrijkste werk van de grote barokbeeldhouwer Georg Raphaël Donner (1739). Het centrale figuur is Providentia, omringd door vier figuren die de Oostenrijkse rivieren de Enns, March, Traun en Ybbs symboliseren. De preutse Maria Theresia liet de vier naakte figuren van de fontein verwijderen omdat ze 'aanstootgevend' waren.. Gelukkig konden de originele worden gered en zijn ze nu weer in het Barokmuseum van het Untere Belvedere te bewonderen. Dit museum is ook zeker de moeite waard om naar toe te gaan.
Hundertwasserhaus
Dit is een van de meest bezochte trekpleisters in Wenen, en is dan ook zeker een bezoekje waard tijdens je stedentrip in Wenen. Het Hundertwasserhaus is een sprookjesachtig huis met glanzende gouden koepels, keramiek en goud en zilveren tegels op de muren. De muren zijn beschilderd in vakken met wit, geel, rood en blauw. Deze vakken geven elk een appartement aan, waar ook echt mensen wonen.
Het Hundertwasserhaus werd geopend in maart 1986 en is ontworpen door de kunstenaar Friedensreich Hundertwasser, die van mening was dat de saaie gemeentewoningen wat meer kleur moesten krijgen. Zijn originele plan werd aangepast naar een werkbare vorm en resulteerde in een bont gebouw. Het interieur en de indeling van de woningen zijn alledaags, alleen de buitengevel is hoogst merkwaardig. Een ander gebouw van dezelfde architect is het KunstHaus Wien. Opvallend zijn ook de 250 grote bomen, die op de verschillende dakterrassen groeien en voor veel groen zorgen. De verschillende zuilen die met mozaïek zijn bedekt zijn prachtig.
Helaas is het niet toegankelijk voor publiek, maar je kunt wel de buitenkant bekijken wat zeker de moeite waard is!
Kapuzinerkirche en Kaisergruft
Op de Neuer Markt in de binnenstad ligt een klein kerkje dat u snel voorbij zult wandelen. Onder de kerk ligt echter de keizerlijke grafkelder. Het is de algemene begraafplaatskapel, van alle keizers en keizerinnen, prinsen, alsook aartshertogelijke families en kinderen van hen. Ze liggen er allemaal begraven naargelang hun overlijdensperiode. Van de Habsburgers zijn er hier bijna 150 familieleden begraven in weelderig versierde graven. In de Kapuzinergruft ligt slechts één niet-Habsburger begraven: Gravin Karoline Fuchs-Mollard, oorspronkelijk kindermeisje maar later vertrouwelinge van Maria Theresia.
Tot de bouw ervan werd in 1618 opdracht gegeven door keizerin Anna. Zij en haar echtgenoot keizer Matthias werden als eersten in de Kapuzinergruft bijgezet. Als laatste werd in 1989 de laatste Oostenrijkse keizerin, Zita bijgezet.
Volgens de Habsburgse traditie, werden lichaam, hart en ingewanden afzonderlijk van elkaar begraven. Traditie is ook dat bij een keizerlijke begrafenis de rouwstoet stil staat voor de dichte deur van de grafkelder. De ceremoniemeester klopt op de deur en hoort de vraag: "Wie verlangt binnen te treden?", waarop hij antwoordt: "Zijne apostolische majesteit de Keizer". Er volgt geen reactie, waarna opnieuw op de deur moet worden geklopt. "Wie verlangt binnen te treden?". "Zijne Majesteit de Koning". Als er weer geen reactie volgt wordt nogmaals geklopt. Dezelfde vraag wordt dit keer beantwoord met "Een arme zondaar", waarop de deur wordt geopend.
Prater markt
Het Praterpark is het grootste park van Wenen. Het is een groot groen terrein net buiten het stadscentrum. Vroeger was het een koninklijk jachtterrein, tot 1920 werd er nog gejaagd. Nu is het absoluut het populairste park van Wenen, vooral onder sportliefhebbers en zonaanbidders. Er staan mooie kastanjebomen en er zijn veel gazons en brede paden. In het oorspronkelijke Prater (van het Latijnse pratum of weide) zijn in de loop der tijd ook een industriegebied, het Ernst-Happel-Stadion en verschillende andere sportfaciliteiten verrezen. Ook de aanleg van de Südosttangente, een belangrijke autoweg, verkleinde het gebied. In het park is dus een enorm aanbod van vermaaksgelegenheden: speelhallen, achtbanen, draaimolens, restaurants, bars, sportfaciliteiten (onder meer een zwembad, voetbalstadion, paardenrenbaan en golfbaan), een planetarium en een klein museum gewijd aan de historie van het Prater.
Het park bestaat uit drie delen. Met "Prater" wordt ook vaak verwezen naar een deel van het Prater dat ingericht is als attractiepark, dit deel wordt Wurstelprater of Volksprater genoemd. Het Wiener Prater is een gigantisch amusementspark tussen de Donau en het Donaukanaal, ten oosten van de binnenstad. Voor het park hoeft geen entree te worden betaald, maar voor de attracties zelf natuurlijk wel. De bekendste attractie is het grote reuzenrad. Het rad werd gebouwd door de Brit Walter Basset, is 67 meter hoog en draait met 75 centimeter per seconde. Het reuzenrad weegt 410 ton. In 1945 verloor het rad bij een brand na een bombardement van het Sovjetleger de helft van zijn gondels. Het rad is nog steeds open voor publiek al moet je wel rekening houden met een redelijk fors entreegeld. Voor een bezoek aan het rad kan men zich voor ongevallen laten verzekeren bij de Weense Interunfall Versicherung. Het ronddraaiende rad stopt soms met tussenpozen, om mensen te laten instappen in de gondels, zodat je ruimschoots de tijd krijgt om te genieten van een prachtig panorama over de stad Wenen. Een ritje in het rad duurt 10 minuten. Je kan een gondel ook privé huren en zelfs een hapje en een drankje kunnen daarbij worden verzorgd.
Naast het reuzenrad zijn er nog zo'n 250 andere attracties zoals bungeejumpen, een spookhuis, botsauto's, etc. Ook zijn er tientallen cafeetjes en worst- en snoepkraampjes. Wat Tivoli voor Kopenhagen is, is Prater voor Wenen
Ringstrasse
De Ringstrasse is een boulevard om het oude stadscentrum heen. Het verbindt paleizen, pleinen, monumenten en parken met elkaar en heeft een erg chique uitstraling. Het is prachtig om een wandeling over deze boulevard te maken en al deze gebouwen te bekijken. Je komt bijvoorbeeld langs het MAK, de opera, het Kunsthistorisch museum en verschillende 5 sterren hotels. De Ringstrasse kun je ook met een van de trams bezichtigen.
Spaanse Rijschool Wenen
Prachtige spierwitte Lipizaner paarden die een dans opvoeren op de klanken van de muziek onder toezicht van mooi uitgedoste ruiters. Slechts een paar maanden per jaar kan de Spaanse rijschool bezocht worden, van maart t/m juni en in september en oktober. Trainingen vinden doordeweeks plaats van 10:00 - 12:00 (niet op maandag) en in het weekend vinden de voorstellingen plaats. Aan te raden is om de kaarten ver van tevoren aan te schaffen, vanwege de grote populariteit. Hou er rekening mee dat in de zomermaanden juli en augustus de Spaanse Rijschool gesloten is!
Het bijwonen van de training is een goedkope manier om iets te zien van de Spaanse Rijschool. De shows op zaterdag en zondag zijn een stuk duurder (afhankelijk van de show en je zit- of staanplaats van ¤ 18,00 tot ¤ 165,00), maar je krijgt dan wel iets zeer bijzonders te zien! Zelfs als je niks met paarden hebt, zijn de drie kwartier durende shows een lust voor het oog: de paarden en hun fraai uitgedoste berijders bewegen op de klanken van barokmuziek in een schitterend versierde arena.
Hoewel de naam doet vermoeden, dat de school in Spanje te vinden is, ligt hij midden in het oude centrum van de Oostenrijkse hoofdstad. De naam Spaanse Rijschool verwijst naar twee dingen. Ten eerste de herkomst van de paarden: men reed van oudsher voornamelijk paarden met een Spaanse achtergrond, veelal uit eigen fokkerij: de Lipizzaners. Verder wordt de klassieke rijkunst ook wel aangeduid als het Spaanse rijden. Naar traditie rijdt men slechts hengsten: de merries die de volgende generatie moeten leveren staan tegenwoordig in Piber, Stiermarken.
Als jonge hengsten met 5 jaar worden aangewezen voor gebruik in de Hofreitschule, staat hen een lange opleidingstijd te wachten. Pas na zo'n 8 jaar (dan zijn de paarden dus 13 jaar oud) bereiken ze het hoogste niveau, waarna een jarenlange verfijning en verbetering plaatsvindt. Door de zorgvuldige opbouw kan een paard lang mee: hengsten van 25 in de rijschool zijn geen uitzondering. Alleen de hengsten met de beste prestaties en afstamming mogen op oudere leeftijd terug naar de stoeterij in Piber om als dekhengst te dienen.
Tiergarten Schönbrunn
De Schönbrunn Zoo is de oudste dierentuin ter wereld. Het bestaat namelijk al sinds 1752. Hoewel de Tiergarten al meer dan 250 jaar oud is, is Schönbrunn volgens de moderne eisen ingericht. Van de natuurlijke omgeving, bestaande uit loofbos en rotswanden, is goed gebruikgemaakt. Er leven zo'n 750 wilde en tamme dieren. De dierentuin bestaat uit een aquarium, terrarium, regenwoudhuis, woestijnhuis, Mexico-huis en een polarium.
Het is een mooie dierentuin en veel van de dierenverblijven zijn nog in barokke stijl. De dierentuin is gevestigd in de Tuinen van Schönbrunn, waar nog veel meer prachtige dingen te bekijken zijn.
Staatsbibliotheek
De Nationale Bibliotheek is een onderdeel van de Hofburg. De barokke Pronkzaal heeft een mooi plafondfresco van Daniel Gran. Het had overigens weinig gescheeld of dat plafond – een koepel – was ingestort. Toen keizerin Maria Theresa barsten in de koepel ontdekte liet ze die in allerijl herstellen. In de bibliotheek zijn eeuwenoude boeken te zien in wisselende thematentoonstellingen. Verder staan er enkele antieke globes.
Deze bibliotheek is niet alleen voor boekenwurmen een bezoek waard. Het gebouw kwam tot stand in de eerste helft van de 18de eeuw in opdracht van Johann Bernhard Fischer von Erlach, meester van de Weense barokke architectuur. De grote hal laat door zijn indrukwekkende grootsheid en fraaie afwerking niemand onberoerd. Met een lengte van 80 meter en een hoogte van 20 meter neemt deze hal eerder de afmetingen van een balzaal aan. Naast ruim 200.000 boeken en naslagwerken worden er in diezelfde hal regelmatig tentoonstellingen gehouden.
Omwille van de uitzonderlijke architecturale schoonheid wordt voor een bezoek een toegangsprijs van ¤ 5 gerekend. De bibliotheek is van mei tot oktober open van 10 uur tot 16 uur en van november tot april tot 14 uur. Ze is zowel met de metro, tram als bus te bereiken.
Stephansdom Wenen
Midden in de stad staat de prachtige Stephansdom, het herkenningspunt van Wenen. Het is de grootste kathedraal en tevens het mooiste gebouw van Oostenrijk. De Stephansdom domineert de skyline van Wenen, gelegen in het hart van de binnenstad met een toren van meer dan 130 meter hoog. Net als het Schönbrunn paleis stond de St.-Stephansdom oorspronkelijk buiten de stad.
De kathedraal, die aanvankelijk een gewone parochiekerk was, is gewijd aan de martelaar Stefanus, die ook de beschermheilige van de kathedraal van Passau was. De kathedraal werd gebouwd in opdracht van de bisschop van Passau. In 1147 was de bouw van de eerste kerk gereed. In 1365 kreeg de kerk een eigen domkapittel en pas in 1469 werd Wenen een bisdom en de kerk een kathedraal. Sinds 1723 zetelt er een aartsbisschop.
Het interieur van de kerk werd in de 18e eeuw aangepast aan de toen populaire barokstijl. Het zal elke bezoeker opvallen dat de kerk steeds donkerder wordt, naarmate je dichter bij het altaar komt. Dit wordt veroorzaakt door de gebrandschilderde ramen. Het is aan te raden een gids in te huren, omdat je dan de meer bijzondere dingen zult zien. Hoogtepunten zijn de rood marmeren graftombe van keizer Frederik III waarop boosaardige beesten proberen de keizerlijke zon te verduisteren, het prachtig versierde Wiener Neustadt altaar, en de stenen kerkstoel gemaakt door Anton Pilgram. Let op het zelfportret van de beeldhouwer! De catacomben van de kerk zijn apart toegankelijk. Hier worden resten van de Habsburgse keizers bewaard (niet hun hele lichaam, slechts hun ingewanden!).
Alle kunstschatten van de Dom zijn ondergebracht in het Dom- und Diocesanmuseum recht tegenover de kathedraal. Het beroemde "Reuzenorgel" dat in de Tweede Wereldoorlog werd verwoest, is in 1960 vervangen door een modern orgel met 125 pijpen. Daarnaast heeft de kerk een reuzenpoort en een prachtig barokke hoogaltaar. Op het dak van de kerk vormen bijna 250.000 dakpannen het wapen van Habsburg, het vroegere Oostenrijk.
Op het hoofdgebouw staan vier torens, waarvan de zuidelijke toren met zijn 136,7 meter de hoogste is. De noordelijke toren is wegens geldgebrek niet voltooid en is slechts 68 meter hoog. Aan de zijkanten van de hoofdingang staan twee kleinere torens, de Heidentürme, die ongeveer 65 meter hoog zijn.
In de noordelijke toren van de Stephansdom hangt de grootste klok van de kathedraal, die de troetelnaam Pummerin draagt. De 20 ton wegende Pummerin werd in 1951 aan het bisdom geschonken door de deelstaat Opper-Oostenrijk, nadat de oorspronkelijke tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren was gegaan. De klok is zo zwaar, omdat het gegoten is van ijzer. Dat ijzer is afkomstig van 100 kanonskogels, die in 1683 in beslag zijn genomen bij een mislukte Turkse poging Wenen in te nemen.
De 343 treden van de zuidelijke toren kunnen beklommen worden en eens boven kunt u genieten van een prachtig uitzicht over de stad. Het platform op de noordelijke toren is met een lift te bereiken. De kerk is met de metro bereikbaar, het bezoek is gratis en op zondag kan je er de mis van 10.15 uur bijwonen.
|